Arbeidsrisico - Dierziekten

Regelgeving

Een overzicht van bruikbare en effectieve oplossingen voor preventie van deze arbeidsrisico’s.

Regelgeving op dit gebied is opgenomen in het ‘Besluit Biologische Agentia’ (afdeling 9 uit het Arbobesluit). Dit is gebaseerd op Europese wetgeving. De wetgeving maakt onderscheid tussen het ‘gericht werken’ met biologische en het ‘niet-gericht werken’ met biologische agentia. Voor de diervoerder branche is alleen het ‘niet-gericht’ werken van toepassing. Er wordt immers niet doelbewust gewerkt met bepaalde micro-organismen, maar deze zijn een bijverschijnsel van het werk, namelijk bij contact met dieren.
De wetgeving verlangt dat er voor de werkzaamheden een goede verdiepende risico-inventarisatie en –evaluatie wordt gedaan en dat er op basis van deze verdiepende RI&E adequate maatregelen worden genomen om deze risico’s te beperken. De verdiepende RI&E biologische agentia kan worden uitgevoerd met de ‘Blauwdruk biologische agentia’. Deze methodiek is gebruikt om de risico’s bij de diervoeder industrie in kaart te brengen. Werknemers moeten worden voorgelicht over de risico’s en de maatregelen die nodig zijn om deze risico’s te beperken.

In de RI&E moet aandacht worden besteed aan de volgende risicogroepen:

  1. zwangere vrouwen;
  2. jeugdigen; werknemers jonger dan 18 jaar mogen geen arbeid verrichten waarbij blootstelling mogelijk is aan biologische agentia uit categorie 3 en 4. Dit is voor de diervoederindustrie niet relevant;
  3. personen met een verminderde weerstand (immunologisch, of lijdend aan (een) chronische ziekte(n)).
Scroll naar boven