EX-04 Voorkomen van ontstekingen door vonken

Oplossing

Vonken kunnen op vele manieren ontstaan. Hier komen aan deze oorzaken aan de orde:

  • onbedoelde inname van vreemde delen;
  • het gebruik van apparatuur en transportmiddelen in gezoneerd gebied
  • werkzaamheden waarbij vonken ontstaan zoals lassen, slijpen, etc.

Vonken door onbedoeld inname van vreemde delen
Maak, om vonken door onbedoeld inname van vreemde delen te voorkomen, een zorgvuldige selectie uit de volgende maatregelen:

  • Plaats een rooster in elke ontvangstbunker, met zodanige perforaties dat ongewenst materiaal, dat in het proces vonken zou kunnen veroorzaken, achterblijft;
  • Gebruik alleen niet-metalen (kunststof) bekers in de elevatoren, of hanteer bandsnelheden van minder dan 2,5 m/s.;
  • Zorg bij gebruik van transportvoertuigen in gezoneerde gebieden dat vonkvorming in de startmotor en bij het contact wordt voorkomen en plaats een vonkenvanger op de uitlaat
  • NB. Zie ook hieronder de eisen aan het gebruik van apparatuur en transportmiddelen in gezoneerd gebied.);
  • Plaats schudzeven, trommelzeven en ontijzeringsmagneten om te zorgen dat ongewenst materiaal, dat in het proces vonken zou kunnen veroorzaken, niet in het proces komt;
  • Plaats voor de hamers van de hamermolen ontijzeringsmagneten en ‘zware delenvangers’. Deze laatste moeten voorkomen dat materialen als hout, steen en golfplaat onder de hamers komen.

Het gebruik van apparatuur en transportmiddelen in gezoneerd gebied

  • Gebruik in gezoneerde gebieden alleen explosieveilig gereedschap.
  • Gebruik alleen explosieveilige silolampen; de ontstekingsenergie is daarvan zo laag dat deze verlichting explosieveilig is. Het gebruik van transportmiddelen zoals heftrucks en ander rijdend materieel in gezoneerd gebied is uitsluitend toegestaan als deze transportmiddelen voldoen aan de ATEX-114 richtlijn en van de juiste categorie zijn. (Zie voor de categorie-indeling: paragraaf 6.2.3.4 van deel A van de ATEX-Richtlijn van Nevedi).
  • Zie voor nadere voorschriften en informatie over de-zoneren volgens principes van de
  • NTA 7914: paragraaf 6.3.1 van deel A van de ATEX-Richtlijn van Nevedi.

Vonken door werkzaamheden als slijpen, lassen, branden en snijden
Bij explosieve gassen of dampen is heetwerk niet toegestaan. Onderstaande maatregelen gelden alleen voor stofexplosieve atmosferen.

  • Slijpen, lassen, branden en snijden wordt zo mogelijk voorkomen in de gezoneerde gebieden.
  • Zo mogelijk wordt het betreffende onderdeel gedemonteerd en elders bewerkt.

Als dat redelijkerwijs niet mogelijk is, vindt slijpen, branden, lassen en snijden in gezoneerde gebieden alleen onder strikte voorwaarden plaats. Die voorwaarden zijn in schriftelijke procedures en werkvergunningen vastgelegd en bevatten de volgende elementen:

  • Zet de installatie/machine uit voordat werkzaamheden plaats vinden waarbij vonken ontstaan. Daarnaast moet vooraf de installatie veilig worden gesteld met Lockout-Tagout-Try-out en de werkomgeving stofvrij worden gemaakt, zowel binnen als buiten de betreffende installatie/machine (‘tijdelijk de-zoneren’).
  • Voorkom beweging van stof van andere (hoger gelegen) afdelingen door daar de kieren af te dichten met branddekens
  • Toon met een risicobeoordeling inclusief een ontstekingsanalyse aan dat het gebruik van niet explosieveilig materieel veilig is. Dit legt u vast in het explosieveiligheidsdocument (EVD).
  • Voer voor en na de werkzaamheden inspecties uit om na te gaan of er een explosieveilige omgeving is.

Repressie:

  • Er is voldoende blusmateriaal aanwezig.
  • Bij grote werkzaamheden is een aparte brandwacht aanwezig en paraat.
ex 03

Explosieveilige silolamp Ontijzeringsmagneet Blusmateriaal

Maatregel

Technische maatregel

Scroll naar boven