GS-07 Veilig omgaan met accu’s

Oplossing

Onderhoudsvrije accu’s (ofwel loodaccu’s) hebben als  grote voordeel dat ze niet bijgevuld hoeven te worden, nadat ze éénmalig zijn gevuld met accuzuur. Daarmee zijn risico’s op letsel door accuzuur uitgesloten en is het ontploffingsgevaar kleiner. Daarom is als bronaanpak -waar mogelijk- het gebruik van onderhoudsvrije accu’s aan te bevelen.

Een bedrijf dat niet-onderhoudsvrije accu’s gebruikt dient een procedure te hanteren om de risico’s bij het laden uit te bannen of te verminderen. Die procedure bestaat uit de volgende elementen:

Risico’s van accuzuur:

  • Het wegen en bijvullen van deze accu’s wordt uitbesteed aan een gespecialiseerd bedrijf of wordt gedaan door speciaal daarvoor aangewezen en geïnstrueerde eigen werknemers.
    • de dop van de accu wordt afgehaald is er kans op contact met zuur en worden altijd handschoenen en gelaatbescherming gedragen en is een oogspoelmogelijkheid beschikbaar. 
    • Als zuur gewogen of zuur toegevoegd wordt, wordt ook een zuurvast schort gedragen.
  • Accu’s laden gebeurt alleen door aangewezen en geïnstrueerde werknemers.
  • Hang bij ieder laadstation een instructiekaart op met veiligheidsvoorschriften.

Voor alle type accu’s geldt daarnaast het volgende:

  • Explosiegevaar: Accu’s en de installatie waarmee deze geladen worden, worden jaarlijks gekeurd door een deskundig persoon of instantie. 
  • De acculader is zodanig opgesteld dat aanrijden van de accu of de laadinstallatie is voorkomen.
  • Alle kabels en stekkers zijn onbeschadigd.
  • Bij accu’s en acculaadinstallaties levert de leverancier een gebruiksaanwijzing. De werkzaamheden met accu’s worden conform de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing uitgevoerd. De ruimte waar accu’s worden geladen is voldoende geventileerd zodat er geen gevaarlijke hoeveelheid explosief (waterstof)gas kan ontstaan. Omdat waterstofgas lichter is dan lucht, is het met name van belang om ophoping van het gas onder het plafond te voorkomen:
    • Voor de afvoer naar buiten moeten de openingen zo hoog mogelijk zitten.
    • Voor de aanvoer van verse lucht moeten de openingen zo laag mogelijk zitten. 
    • Voorkom hoeken in het plafond die niet door de ventilatiestroom worden bereikt.
    • De acculaadruimte is het beste te ventileren met natuurlijke ventilatie. Gebruik indien nodig geforceerde ventilatie.

Met het oog op explosiegevaar moet de  ventilatie van een accuruimte zodanig zijn, dat een concentratie van 4% waterstofgas met vijfvoudige zekerheid niet kan worden bereikt. Een installatietechnisch deskundige kan vrij eenvoudig berekenen welke ventilatiecapaciteit nodig is.

  • Voor een acculaadstation moet een Explosieveiligheidsdocument m.b.t. gasexplosiegevaar worden opgesteld volgens ATEX 153 en de NPR 7910-1 en de nadere invulling in NPR 3299:2019. Zie ook de informatie over gasexplosiegevaar in EX-12: ‘Voorkomen van gasexplosies’.
  • In een gevarenzone rondom de acculaadplaats en ook in een speciale acculaadruimte zijn de elektrische voorzieningen en gereedschappen explosieveilig uitgevoerd. Open vuur en roken zijn uiteraard verboden.
  • Maximaal 5 meter van een acculaadplaats bevindt zich een blusapparaat.
  • Een speciaal ingericht acculaadstation is duidelijk afgebakend en er zijn waarschuwingsborden geplaatst die aangeven dat er explosiegevaar kan optreden (symbolen: vlam/explosiegevaar en verbod op open vuur en roken).
Scroll naar boven