Wat is het?
Er is sprake van een explosie als een mengsel van lucht en een brandbare stof (in de vorm van gassen, dampen, nevels of stof) onder atmosferische omstandigheden wordt ontstoken en na ontsteking uitbreidt totdat alle brandbare stof verbrand is.
Voor explosie zijn drie zaken van belang: zuurstof, brandstof en een ontsteking. Als een van deze drie zaken wordt weggenomen kan er geen explosie plaatsvinden.
Dit staat bekend als de explosiedriehoek:
De effecten van een explosie op de mens kunnen ernstig zijn:
- verbranding
- verstikking
- schade en (ernstig) letsel door drukgolven en rondvliegende brokstukken of instorting
- schade en (ernstig) letsel door blootstelling aan schadelijke stoffen.
In de graanbe- en verwerkende industrie bestaat vooral het risico van stofexplosie met name bij het opslaan en verwerken van grondstoffen. Een stofexplosie kan ontstaan als brandbaar fijn stof gemengd wordt met lucht (of een ander zuurstofhoudend gas) en dit mengsel vervolgens tot ontsteking komt. Er zijn verschillende ontstekingsbronnen mogelijk: zoals hete oppervlakten, wrijvingswarmte, broei, (elektrische) vonken e.d.
Er bestaat geen meetinstrument voor het meten van de concentratie van een stofwolk. In de praktijk wordt als globale indicatie de regel aangehouden dat een ontplofbare wolk kan worden herkend aan: ‘een zicht minder dan 1 meter’. Stofexplosiegevaar is ook aanwezig wanneer er voldoende stofafzetting van brandbare stof plaatsvindt. In de meeste gevallen is een stoflaagdikte van 0,1 mm van neergedaalde fijne stofdeeltjes al voldoende om een ontplofbaar stof-luchtmengsel te creëren. Een globale richtlijn is daarom dat stofexplosiegevaar aanwezig is als men zijn voetstappen op de vloer kan zien.
Aangezien er soms ook wordt gewerkt met brandbare vloeistoffen en/of gassen (denk aan accugassen, butaan, aardgas, acetyleen of autobrandstoffen) wordt er hier ook aandacht besteed aan gasexplosiegevaar (zie daarvoor oplossing Ex-12).