ERF-01 Veilig betreden van erven door chauffeurs

Oplossing

Chauffeurs die losse stort of stukgoed lossen bij de klanten kunnen in onveilige situaties terecht komen als de voorzieningen ter plekke niet in orde zijn. Bijvoorbeeld bij ondeugdelijke silo’s, moeilijk bereikbare aansluitpunten, rommelige werkomstandigheden, terrein met kuilen en obstakels, gladheid, honden op het erf e.d. Bij het werken in het donker kunnen deze risico’s nog groter worden.Als een klant niet of nauwelijks geneigd is om deze onveilige situaties aan te pakken, kan het lastig zijn om tot verbeteringen te komen zonder daarbij de klant kwijt te raken. De volgende maatregelen zijn dan nodig om de problematiek aan te pakken:

  • Zorg dat vóór of bij de eerste levering de chauffeur, voorlichter of verkoopmedewerker samen met de klant een ‘Formulier eerste levering’ invult (of een ander document met dezelfde strekking). Op die lijst worden aandachtspunten voor een juiste en veilige levering vastgelegd. Daarmee wordt ook -in overleg met de klant- in kaart gebracht waar knelpunten bij de klant zijn en welke aanpak daarbij past. Zorg dat de juiste veiligheidsaspecten in de lijst worden opgenomen, zoals:
    • Veilige aanrijdroute;
    • Technische staat van de silo’s (bijvoorbeeld de kwaliteit van de poten, ondergrond en zodanige ontluchting dat de silo niet kapot geblazen kan worden bij het lossen);
    • Zicht op silo en de ontluchting tijdens het lossen;
    • Locatie en de staat van de gierkelders, ook gezien het mogelijke risico dat een vrachtwagen, rijdend op het erf, er in zakt. (NB de gierput kan ook aan de binnenzijde zijn aangetast, wat van buitenaf onzichtbaar is);
    • Hoogte en bereikbaarheid van de aansluitpunten van de bulkslangen en stofzakken (liefst tussen heup- en schouderhoogte);
    • Wat te doen bij gladheid door sneeuw of ijzel, zeker in combinatie met schuin wegdek, bruggetjes en kuilen? (Mogelijke maatregelen: vervroegde levering, sneeuw schuiven, zand strooien, e.d.);
    • Het weren van kinderen op het erf.
    • Voorkomen van stoot-, val- en snijgevaar.

Bij het opstellen van een formulier van eerste levering kan de Nevedi-vragenlijst ‘Veilig betreden van een boerenerf’ als uitgangspunt worden genomen. Voor meer diepgang op het thema veiligheid van silo’s kan de Checklist veiligheid silo’s van Stigas worden benut.

  • Geef de erfbetreders die afspraken maakt bij de eerste levering voldoende instructie om de knelpunten in kaart te brengen en goede afspraken te maken.
  • Geef chauffeurs en andere erfbetreders voorlichting en onderricht over het herkennen van onveilige situaties op het erf en de te nemen stappen. De in de RI&E aangetroffen veiligheids- en gezondheidsrisico’s zijn hiervoor de basis. Het gaat hierbij om een combinatie van mondelinge en schriftelijke informatie. In de voorlichting en onderricht komen minimaal de volgende zaken aan bod:
    • De risico’s die zich op erven kunnen voordoen bij de werkzaamheden van de medewerker
    • De voorgeschreven werkwijze van het diervoederbedrijf rond veiligheid op erven, zoals bv vastgelegd in een handboek of werkinstructie
    • Het kunnen beoordelen van veiligheids- en gezondheidsrisico’s op erven, bv aan de hand van checklists van Nevedi en Stigas;
    • Hoe een dierhouder aan te spreken op een onveilige situatie;
    • Afstand houden en het doorgeven aan de boer als de chauffeur kuilgas signaleert. En aansturen op het inschakelen van een deskundige
    • Bevindingen uit de RI&E van het eigen diervoederbedrijf over de aanpak van risico’s op boerenerven;
  • Hoe bij een afwijkende situatie een LMRA wordt uitgevoerd (Last Minute Risc Analyses) En ook wanneer dat nodig is en wat te doen bij gesignaleerde onveilige situaties. Neem LMRA ook op in het handboek voor de chauffeurs. Probeer met de klant tot een afspraak te komen dat bij nieuwbouw of vervanging van silo’s deskundigen van het diervoederbedrijf adviseren over de exacte plaatsing en technische specificaties van de silo’s.
  • Breng als werkgever in kaart bij welke klanten gevaarlijke situaties kunnen ontstaan bij sneeuw en ijzel, bijvoorbeeld bij ‘dijk- of laanklanten’ en probeer hen zo mogelijk vóór aangekondigd winterweer te beleveren. Verstrek eventueel de chauffeur bij gladheid een zak grit om kleine gladde knelpunten op het terrein te verhelpen en een vloeistoftrekker als het om mest gaat.
  • Stel als werkgever vast welke stappen de chauffeur bij onveilige situaties bij de klant kan doorlopen. Zoals:
    • Eerst zelf de onveilige situatie in (telefonisch) melden bij de boer. De boer is verantwoordelijk voor de veiligheid op zijn terrein.
    • Levert dat geen verbetering op, dan contact opnemen met de leidinggevende/ voorlichter van het mengvoederbedrijf die in gesprek gaat met de veehouder. (Externe chauffeurs kunnen via hun eigen vervoersbedrijf contact opnemen met het mengvoederbedrijf)
    • Bij blijvende ongewenste situaties; werkwijze aanpassen. Zoals bv het niet aanbrengen van een stofzak als de aansluiting erg moeilijk bereikbaar is.
    • Bij acuut gevaar is de lijn: niet lossen.
  • Maak een meldingssysteem van onveilige of risicovolle situaties bij veehouders en daarbij horende veiligheidstips voor chauffeurs en zorg dat die voor alle chauffeurs inzichtelijk worden.
  • Verstrek chauffeurs die in het donker werken een zaklamp en zorg voor extra verlichting achter de bulkwagen
Scroll naar boven