Oplossing
Door de afzuiging, zoals bij koelers, wordt veel lucht naar buiten geblazen. Daardoor kan er flinke tocht ontstaan in de productieruimte. Zo kunnen bijvoorbeeld de trappenhuizen tot tochtkanalen worden. Zeker in koude periodes kan die tocht behoorlijk belastend zijn. Die tocht is te voorkomen als er in ruimtes waar zich afzuiging bevindt ook toevoerkanalen voor lucht worden aangebracht. Die zijn met beperkte kosten te realiseren. In warme periodes kunnen deze toevoerkanalen -indien gewenst – gedeeltelijk worden afgesloten om juist verfrissende tocht in de productieruimte te krijgen. Ook het recirculeren van lucht kan ongewenste tocht voorkomen. Dan dient de teruggeblazen lucht wel afdoende gereinigd te zijn. Bijkomend voordeel kan zijn dat de ingeblazen lucht in koude periodes warmer is dan de buitenlucht. Recirculeren van lucht kan alleen bij onbehandelde, enkelvoudige grondstoffen. Anders worden ongewenste geuren of gassen opnieuw de productieruimte ingeblazen. Zie ook oplossing K-04: Afschermingen
Maatregel
Technische maatregel