Oplossing
Stof dat is neergeslagen op de grond en op installaties, in kabelgoten etc. kan tot explosiegevaar leiden. Daarom moet de hoeveelheid neergedaald fijn stof zo veel mogelijk teruggebracht worden en moet opwerveling van de neergeslagen stof zoveel mogelijk worden voorkomen. Globale indicaties voor de maximale hoeveelheid stof zijn dat voetstappen niet zichtbaar mogen zijn in het stof op de grond, en dat het zicht niet minder mag zijn dan 1 meter.
Hierbij is om te beginnen het inkoopbeleid van belang. Voordat grondstoffen worden ingekocht moeten ze door het bedrijf beoordeeld worden op ATEX-aspecten. Er is binnen Nevedi een databank met grondstoffen die gebruikt worden in de mengvoeders. Hieruit kan ook het explosierisico worden gehaald die de verschillende stoffen met zich meebrengen.
In sommige gevallen is het risico van een grondstof te beïnvloeden, door het bijvoorbeeld niet als fijn poeder in te kopen, maar als granulaat.
Voorkomen van stof kan gerealiseerd worden door:
- Bij de inrichting van de fabriek rekening te houden met stofvoorkoming op richels (zo min mogelijk horizontale oppervlakken en zo glad mogelijk)
- Vrijkomend stof af te zuigen op de punten waar het de ruimte in komt (NB Bij stofafzuiging op de cellen heeft afzuiging op elke individuele cel de voorkeur. Bij afzuiging op meerdere cellen tegelijk, kan in geval van een calamiteit een explosie zich namelijk eenvoudig door meerdere cellen verspreiden.
- Drukverschilmeting in filterkasten; (Dat is bedoeld om te signaleren of een filter gescheurd of sterk vervuild is en stof in de fabriek kan worden geblazen).
- Bronafzuiging op machines en/of centrale afzuiging te plaatsen in de fabriek. Zorg ervoor dat afzuiging op de machines werkt, dat de afzuiging in de productieruimte niet per ongeluk wordt stilgelegd of dat de ventilator wordt afgekoppeld. De productie-installatie kan ook op onderdruk worden gezet, waardoor stofuitstoot sterk wordt gereduceerd. Let dan wel op bij bijvoorbeeld monstername. Productie-installaties die veel stof bevatten (boven de explosiegrens) en op onderdruk zijn gezet, kunnen bij het openen binnen de explosiegrenzen komen door het plotselinge aantrekken van de schone omgevingslucht. Zorg dat bij handmatige monstername geen verse lucht kan toetreden door bijvoorbeeld een sluis te maken. Een andere oplossing is volautomatische monstername (waarbij geen luchttoetreding optreedt).
- Lekkages tegengaan bij transportsystemen, manchettes, flexibele slangen e.d.
- Zodanig premixen bijstorten dat stofvorming wordt voorkomen (door voorzichtig bij te storten, afzuiging te gebruiken en zakken na gebruik voorzichtig dicht te vouwen).
- Alle stoflagen en stofopeenhopingen moeten zo spoedig mogelijk op te ruimen.
- Stofopeenhopingen op hete oppervlakken met een laagdikte > 5 mm onmiddellijk na constatering op te ruimen.
- Voor het opruimen van stof gebruik te maken van een stofzuiger. Vegen dient tot een minimum beperkt te worden. Het gebruik van perslucht om stof weg te blazen moet beperkt blijven tot die plaatsen waar het echt niet anders kan, en dan bij voorkeur als het productieproces niet draait. Kleding bij voorkeur schoonzuigen en indien niet mogelijk buiten afblazen.
- Voorlichting en instructie te verzorgen om de kennis en bewustwording van de betrokken medewerker te vergroten bij het omgaan met stof, gereedschap e.d.
Maatregel
Kies oplossingen volgens de arbeidshygiënische strategie, zo dicht mogelijk bij de bron.