ERF-05 PBM voor erfbetreders

Oplossing

Chauffeurs van bulkwagens dragen bij hun werkzaamheden op erven de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen die door hun werkgever ter beschikking worden gesteld:

  • S3 Veiligheidsschoenen of S5 Veiligheidslaarzen. NB Houd rekening met het rijcomfort met deze schoenen;
  • Gehoorbescherming tijdens het lossen;
  • Werkhandschoenen, tijdens het aansluiten en losmaken van losslang en stofzak;
  • Stootpet, als zijn voor een aansluiting onder laaghangende buizen of siloconstructie door moeten gaan.

Chauffeurs van gewasbeschermingsmiddelen dragen bij hun werkzaamheden op erven de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen die door hun werkgever ter beschikking worden gesteld:

  • S3 Veiligheidsschoenen of S5 Veiligheidslaarzen. NB Houd rekening met het rijcomfort met deze schoenen;
  • Bij mogelijke blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen: zuurbestendig schort en zuurbestendige handschoenen.

Voorlichters/begeleiders van mengvoederbedrijven die stallen betreden mogen in verband met het mogelijk verspreiden van dierziekten geen eigen persoonlijke beschermingsmiddelen meebrengen. Om goed beschermd te zijn tegen mogelijke gevaren ter plekke dragen zij PBM die de veehouder hen verstrekt. Het gaat hier met name om klompen/laarzen en een pak dat over de werkkleding gaat.Als de veehouder geen geschikte PBM’s verstrekt moet de voorlichter/begeleider voorstellen om eigen PBM’s te dragen of anders geen stal betreden.

Zie voor meer informatie het arbocatalogusthema Dierziekten.

De veehouder moet ten eerste worden aangespoord om onveilige en ongezonde situaties op het erf voor erfbetreders te verhelpen. Zie de oplossingen ERF 1 t/m 5. Ook zijn maatregelen nodig die erfbetreders zelf kunnen nemen met het oog op veiligheid en gezondheid op het erf.

De werkgever van het diervoederbedrijf moet als laatste stap beoordelen en vastleggen welke persoonlijke beschermingsmiddelen in welke omstandigheden moeten worden gedragen bij het betreden van een erf. Vervolgens moeten de werknemers die erven betreden onder meer voorgelicht en geïnstrueerd worden over: wanneer welke PBM’s te dragen, en: hoe op een goede manier met deze PBM’s om te gaan (controle, juiste manier van aan doen, reiniging, opslag).

Voorlichters en begeleiders die i.v.m. mogelijke verspreiding van dierziekten geen eigen PBM’s in stallen mogen dragen, krijgen in de voorlichting aangegeven hoe ze daar in uiteenlopende gevallen bij de veehouder mee om moeten gaan. (Zie voor meer voorschriften rond voorlichting en onderricht het betreffende deel in de oplossing ERF 2.)

De werkgever zal toezicht moeten organiseren. Dat kan in de praktijk bijvoorbeeld door het periodiek bevragen van werknemers die erven betreden, waarbij ook gevraagd wordt of zij handelen volgens de werkwijzen en instructies die via de RI&E tot stand zijn gekomen.

Scroll naar boven