ERF-03 Mestgassen

Oplossing

Voorlichters en begeleiders van diervoederbedrijven en chauffeurs die bij boeren de erven betreden of de stallen in gaan, moeten goed zijn voorgelicht over de risico’s van gassen die vrijkomen uit mest. Blootstelling aan mestgassen kan levensgevaarlijk zijn.

Voorlichters, begeleiders en chauffeurs moeten zodanig worden voorgelicht en geïnstrueerd over de risico’s van mestgassen dat zij bij be- en verwerking van mest (bijvoorbeeld bij het mixen van mest) in staat zijn steeds een zorgvuldige risicoanalyse te maken, om vervolgens daarnaar te handelen.

De voorlichting en onderricht dient een combinatie te bevatten van mondelinge en schriftelijke communicatie (bv tijdens werkoverleg) en dient regelmatig opgefrist te worden door gebruik te maken van uiteenlopende werkvormen (bespreking eigen ervaringen, bespreking incidenten, vraagstukken bij toepassing van de regels e.d.).

In de voorlichting en onderricht komen minimaal de volgende zaken aan bod:

  • De risico’s van mestgassen;
  • De voorgeschreven werkwijze van het diervoederbedrijf rond veiligheid in verband met mestgassen, zoals bv vastgelegd in een handboek of werkinstructie;
  • Het kunnen beoordelen van veiligheidsrisico’s in verband met mogelijke blootstelling aan mestgassen bij de klant
  • Hoe een dierhouder aan te spreken op een onveilige situatie en welke stappen genomen moeten worden in verband met de eigen veiligheid;
  • bevindingen uit de RI&E van het diervoederbedrijf over de omgang met mestgasrisico’s bij boerenbedrijven;
  • hoe een LMRA kan worden uitgevoerd (Last Minute Risc Analyses). En ook wanneer dat nodig is en wat te doen bij gesignaleerde onveilige situaties.
Scroll naar boven