De blootstelling van werknemers aan stof in de sector wordt vooral bepaald door piekblootstellingen. Deze kunnen plaatsvinden met name bij werkzaamheden zoals het lossen van een schip, het beladen van bulkwagens, het (bij)storten van grondstoffen, het schoonmaken van de werkplek en het technisch onderhoud. De grootste gezondheidswinst is dan ook te behalen bij de werkzaamheden die tot een piekblootstelling aan stof leiden.
Bij het nemen van maatregelen om blootstelling te verlagen, zijn werkgevers er aan gehouden om de arbeidshygiënische strategie te volgen; het voorgeschreven stappenplan om de blootstelling te verlagen. Alleen als een maatregel redelijkerwijs niet van de werkgever kan worden gevergd, kan een stap lager in het overzicht worden gezet.
Benodigde maatregelen bij de omgang met stof zijn:
- Stel vast op welke plekken mogelijkerwijs medewerkers worden blootgesteld aan stof, om welke soorten stof het gaat en welke risico’s deze geven. Stel daarnaast vast op welke plekken/ bij welke werkzaamheden zich piekblootstelling en langdurige blootstelling voordoen.
- Meet of beoordeel op deze plekken de stofblootstelling in het kader van de RI&E, vergelijk de blootstelling met een grenswaarde en zie waar maatregelen nodig zijn. (In oplossing St- 1 is ook de door de sector vastgestelde grenswaarde van graanstof te vinden. Op de website van SER is meer informatie te vinden over een grenswaarde voor overig inhaleerbaar stof)
- Kies grondstoffen of een aanleverwijze van grondstoffen die minder schadelijke stof verspreiden.
- Kies een werkmethode die minder schadelijke stof verspreidt (zie de oplossingen ST 01 t/m 03 en ST 06 t/m 13).
- Breng technische voorzieningen aan, zoals omkasting van transportbanden, flexibele flappen bij stortputten en goede afzuiging.
- Zorg voor ventilatie op de werkplek.
- Maak de werkplek regelmatig op een stofarme manier schoon (zie de oplossing St-06).
- Beperk het aantal werknemers dat blootstaat aan de stof.
- Onderhoud de afzuiginstallaties regelmatig.
- Als deze maatregelen onvoldoende resultaat opleveren, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar gesteld worden en ook gebruikt worden.
- Leg de maatregelen en procedures voor alle werkzaamheden met stofblootstelling vast in een stofbeheersingsplan. Vanuit het oogpunt van draagvlak en kwaliteit is het verstandig om de benodigde procedures en maatregelen vast te stellen in nauwe samenspraak met de betrokken medewerkers. Houd het stofbeheersingsplan actueel en leg het ter instemming voor aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging (indien aanwezig).
Geef daarnaast voorlichting en instructie over het omgaan met stoffen en over de preventieve en beschermende maatregelen die worden genomen (zie oplossing ST 14).
Bied verder alle medewerkers die tijdens hun werkzaamheden vaak of regelmatig aan hoge(re) concentraties (graan)stof worden blootgesteld (bijvoorbeeld medewerkers productie, scheepslossing en chauffeurs) periodiek gestandaardiseerd longfunctie-onderzoek aan, te beginnen bij indiensttreding. Vraag bij de bedrijfsarts/arbodienst een PAGO-advies waarin is aangegeven voor welke medewerkers welke PAGO-onderzoeken nodig zijn.
In de sector is voor de PAGO een frequentie van minstens eenmaal per drie jaar afgesproken. Het apparaat en de uitvoering van het onderzoek dienen te voldoen aan de eisen van de ATS (American Thoracic Society) en/of van de ERS (European Respiratory Society). Voor een betrouwbaar en reproduceerbaar resultaat is het aan te bevelen om het onderzoek zoveel mogelijk door eenzelfde persoon, bijvoorbeeld van de arbodienst, te laten verrichten.
Als een medewerker tijdens zijn werk tekenen vertoont van sensibilisering of allergie (kortademigheid, frequent niesen of hoesten, rode of jeukende ogen, een loopneus of huidklachten als eczeem) dan moet na een consult bij de bedrijfsarts een individueel arbeidsgezondheidskundig onderzoek worden uitgevoerd. Blijkt er volgens de bedrijfsarts een direct verband te bestaan tussen de allergische reactie en de blootstelling aan stof op het werk, dan dient elke verdere blootstelling aan deze stof voor deze medewerker vermeden te worden. Ook dienen de andere medewerkers die aan deze stof zijn blootgesteld, spoedig onderzocht te worden.