Arbeidsrisico - Machineveiligheid

Regelgeving

Een overzicht van bruikbare en effectieve oplossingen voor preventie van deze arbeidsrisico’s.

Hier volgt een verkorte weergave van enkele belangrijke wettelijke regels op het gebied van machineveiligheid, voornamelijk afkomstig uit Hoofdstuk 7 van het Arbobesluit

Inhoudsopgave

  • veiligheidsvoorzieningen
  • bedieningssystemen
  • in werking stellen van arbeidsmiddelen
  • stopzetten van arbeidsmiddelen
  • noodstopvoorziening
  • onderhoud
  • keuring
  • veilig omgaan met elektriciteit
  • deskundig gebruik
  • veilige heftrucks
  • verkeersveiligheid

Veiligheidsvoorzieningen 

  • Als bewegende delen gevaar kunnen opleveren, zijn deze zodanig van schermen of beveiligingen voorzien (zo nodig aangevuld met vergrendelingen- of blokkeringen), dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.
  • De schermen of beveiligingen zijn stevig uitgevoerd, leveren geen bijzondere gevaren op, kunnen niet op eenvoudige wijze worden genegeerd of buiten werking worden gesteld, zijn op voldoende afstand van de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel aangebracht en belemmeren zo weinig mogelijk het zicht op de arbeid.
  • De schermen of beveiligingen zijn op een zodanige wijze aangebracht dat de noodzakelijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd. Daarbij wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de schermen of beveiligingen moeten worden gedemonteerd.
  • De afschermingen voldoen aan NEN EN ISO 14120. De afstand van deze afschermingen tot de gevaarlijke zones kan worden bepaald met NEN-EN-ISO 13857. Blokkeerinrichtingen gekoppeld aan afschermingen moeten voldoen aan NEN-EN-ISO 14119.
  • Op grond van een risicoanalyse moet, afhankelijk van de machine en van omgevingsfactoren, bepaald worden welke schermen of veiligheidsinrichtingen vereist zijn:
  • Een vaste afscherming wordt zo bevestigd dat die alleen met gereedschap te openen of te verwijderen is. Het toepassen van de vaste afscherming gebeurt volgens NEN-EN-ISO 14120. Meer informatie over deze norm is te vinden in een checklist in Arbo-informatieblad 11: Machineveiligheid en afschermingen (Tegen betaling te bestellen of digitaal in te zien bij SDU).
  • Als incidenteel toch toegang tot afgeschermde zones verschaft moet worden, dan zijn deze afschermingen beveiligd met een blokkeerscherm of blokkeerscherm met vergrendeling. Dat is vereist als bij openen de bewegende delen niet tijdig tot stilstand komen.

Bedieningssystemen

  • Bedieningssystemen zijn veilig en dienen duidelijk zichtbaar en van herkenbare aanduidingen te zijn voorzien.
  • Ze dienen zoveel mogelijk buiten de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel te zijn opgesteld.
  • Ze moeten bij het in werking stellen met onvoldoende overzicht een signaal afgeven.
  • Ze leveren ook bij onopzettelijke handelingen geen gevaar op. Een storing of beschadiging van een bedieningssysteem mag eveneens geen gevaar opleveren voor de werknemers.

In werking stellen van arbeidsmiddelen

  • Een arbeidsmiddel mag uitsluitend door een opzettelijk verrichte handeling in werking gesteld worden (b.v. een schakelaar omzetten of knop indrukken of een afsluiter openen). Dit geldt niet wanneer het opstarten van een arbeidsmiddel onderdeel is van een normaal programma van een automatische cyclus.
  • Voor het verrichten van niet-elektrotechnische werkzaamheden, moet de machine of het toestel zijn voorzien van een werkschakelaar of afsluiter. Deze moet in de onmiddellijke nabijheid van de machine of het toestel zijn gesitueerd. De werkschakelaar/ afsluiter moet kunnen worden vergrendeld, als er:
    • Vanaf de machine of het toestel geen zicht is op de werkschakelaar/ afsluiter, en/of als
    • Bij het onverwacht inwerkingtreden van de machine of het toestel gevaar bestaat voor ernstig lichamelijk letsel;
    • Als na een spanningsdaling of -uitval, het terugkeren van de spanning gevaar op kan leveren voor personen of goederen, moet een nulspanningsschakelaar zijn geïnstalleerd;
    • Wandcontactdozen in een eindgroep, die buiten zijn gemonteerd, moet zijn aangesloten achter een aardlekschakelaar;
    • Arbeidsmiddelen zoals o.a. kranen mogen pas voor de eerste maal in gebruik worden als deze zijn vrijgegeven door een bevoegde instantie.  

Stopzetten van arbeidsmiddelen

Een arbeidsmiddel wordt op een veilige manier stopgezet. Daarbij wordt de energietoevoer onderbroken. De opdracht tot stopzetting kan niet worden opgeheven door een opdracht tot starten. 

Noodstopvoorziening 

Een arbeidsmiddel beschikt over een noodstopvoorziening als dit, met het oog op de gevaren van dat arbeidsmiddel en de normale tijd die nodig is om dat arbeidsmiddel stop te zetten, noodzakelijk is. Een noodstop: 

  • Is nodig bij bedieningsplaatsen van machines met aandrijvingen;
  • Is geen alternatief voor afscherming;
  • Moet eenvoudig bereikbaar zijn vanaf de werkplek en duidelijk herkenbaar zijn; 
  • Op lange productielijnen dienen meerdere noodstoppen aanwezig te zijn;
  • Moet onder alle omstandigheden kunnen worden gebruikt;
  • Moet door één eenvoudige handeling worden ingeschakeld, waarbij toevallige bediening wordt voorkomen;
  • Het opheffen van de noodstop mag niet in één handeling het uitgeschakelde deel van de installatie weer inschakelen. Daar moeten minstens twee handelingen voor nodig zijn. Dus: door het loslaten van de noodstop blijft deze toch gehandhaafd.

Onderhoud

Arbeidsmiddelen moeten worden onderhouden zodat ze altijd in een goede staat verkeren. Veelal is in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het arbeidsmiddel informatie gegeven over het onderhoud. Van het onderhoud moet een administratie worden bijgehouden. Met het onderhoudslogboek of digitaal onderhoudssysteem kan de werkgever, in geval van een calamiteit, aantonen aan de Nederlandse Arbeidsinspectie welk onderhoud door wie wanneer is gepleegd.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen veilig te kunnen worden uitgevoerd, onder meer door de machine stroom-en/of drukloos te maken. (Zie hieronder ook de voorschriften bij keuring).

Voor arbeidsmiddelen geldt naast een onderhoudsplicht ook een aanvullende keuringsverplichting. Dit is het geval voor de volgende situaties:

  • als de veiligheid afhangt van de manier van installeren (keuring na installatie)
  • als gebruik of invloeden van buitenaf kunnen leiden tot slijtage, veroudering of verslechtering (periodieke keuring)
  • Als er een bijzondere gebeurtenis zoals een ongeval heeft plaatsgevonden.

Keuring

De werkgever moet zelf vaststellen of één of deze keuringsverplichtingen op zijn arbeidsmiddelen van toepassing zijn. Een keuring kan een eenvoudige visuele beoordeling zijn, maar kan voor sommige arbeidsmiddelen ook een beoordeling/beproeving inhouden door een externe deskundige (bv. jaarlijkse keuring heftruck).

Keuring na installatie

De keuring na installeren moet plaatsvinden voordat het arbeidsmiddel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen en moet worden herhaald als het arbeidsmiddel op een andere plaats wordt geïnstalleerd. Bij de keuring wordt beoordeeld of het arbeidsmiddel op de goede manier is geïnstalleerd en of het veilig en goed functioneert in de arbeidssituatie.

Periodieke keuring

De keuring voor tijdige opsporing van slijtage, veroudering of verslechtering dient periodiek plaats te vinden. Met zo’n terugkerende keuring en de eventuele beproevingstest kan tevens worden nagegaan of er voldoende onderhoud wordt gepleegd, zodat gevaarlijke situaties voorkomen kunnen worden.
Minimaal eenmaal per jaar keuren is verplicht voor arbeidsmiddelen als hijskranen, en transportmiddelen.  In de toelichting van het Arbobesluit is voor overige arbeidsmiddelen minimaal één keuring per jaar als richtsnoer gegeven. Het is raadzaam om de uitkomsten van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E), te betrekken bij het bepalen van de keuringsfrequentie voor elk arbeidsmiddel dat in gebruik is.

Een aantal arbeidsmiddelen zoals hijs- en hefwerktuigen, drukapparatuur met een druk hoger dan 0,5 bar, mobiele hijskranen en torenkranen met een capaciteit van 10 tonmeter of meer, containers, en liften voor personenvervoer moeten door een aangewezen onafhankelijke instelling worden gekeurd. Zorg ook voor een (jaarlijkse) keuring van elektrische arbeidsmiddelen door een Keurmeester Elektrisch Gereedschap.

De werkgever bepaalt voor de overige arbeidsmiddelenzelf door wie hij zijn arbeidsmiddelen laat keuren. Voorwaarde daarbij is dat dit door een deskundige persoon of instelling gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld een onafhankelijke keuringsinstantie zijn, een onderhoudsdienst van een leverancier of de technische dienst van het bedrijf zelf als deze terzake deskundig is.. 

Rapportage

Van de uitgevoerde keuringen wordt een schriftelijke rapportage gedaan die in de nabijheid van het gekeurde toestel moet worden bewaard en op verzoek aan de toezichthouder worden getoond..  Het bedrijf heeft per arbeidsmiddel vastgelegd wat de laatste datum van keuring is, bv door dat op het arbeidsmiddel zelf aan te geven.

Veilig omgaan met elektriciteit

Om de veiligheid bij het werken met elektrische installaties en -apparatuur te waarborgen dient een bedrijf zich te houden aan de voorschriften uit NEN 3140. Er dient in het bedrijf een Handboek NEN 3140 aanwezig te zijn dat steeds actueel wordt gehouden. In het handboek worden zaken op het gebied van installatiebeheer en tekeningenbeheer, benodigde procedures en werkinstructies opgenomen. Ook wordt daarin vastgelegd hoe de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij werkzaamheden met en aan elektrische installaties en apparatuur zijn verdeeld. De werkgever zorgt ervoor dat betrokkenen voldoende opgeleid zijn om hun werkzaamheden op een veilige manier te kunnen uitvoeren. Leg vast wie installatieverantwoordelijke is, en wie ‘vakbekwame personen’ en ‘voldoende onderrichte personen’ zijn. De werkgever zorgt ervoor dat betrokkenen voldoende opgeleid zijn om hun werkzaamheden op een veilige manier te kunnen uitvoeren, dit conform NEN 3140. Verder moet steeds voorkomen worden dat, bv bij onderhoud en reiniging onder spanning wordt gewerkt. Zie daarvoor onder meer de oplossingen MV-01en MV-03.

Deskundig gebruik

Voor veel arbeidsmiddelen kan volstaan worden met het opvolgen van de gebruiksaanwijzing en de voorlichting en instructie. Voor bepaalde categorieën arbeidsmiddelen is echter een specifieke deskundigheid vereist. Mobiele arbeidsmiddelen, bijvoorbeeld een heftruck, vragen meestal om zo’n specifieke deskundigheid.  Heftruckbedieners moeten aantoonbaar deskundig zijn voor de heftrucks die bediend worden en bekend zijn met de risico’s op de specifieke arbeidsplaatsen. (Arbobesluit 7.17 c)

Voor het bedienen van mobiele hijskranen en torenkranen met een capaciteit van 10 tonmeter of meer is zelfs een wettelijk verplicht deskundigheidsbewijs nodig. Werkgevers mogen voor die werkzaamheden alleen werknemers inzetten die hiervoor gekwalificeerd zijn. 

Het weghalen van fysieke veiligheidsschermen of buiten werking stellen, overbruggen of omzeilen van beveiligingen is niet toegestaan. Vooral voor dit punt hebben werkgevers en werknemers een gezamenlijke verantwoordelijkheid en plicht. De werkgever dient met herhaaldelijke voorlichting en onderricht en met geregeld toezicht en zo nodig sancties het gevaarlijk gedrag tegen te gaan.

Veilige (hef)trucks

In Arbobesluit 7.17 a-c zijn, naast de hierboven genoemde bepaling over de vereiste deskundigheid, uiteenlopende eisen opgenomen over de uitrusting en het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen, zoals heftrucks, reachtrucks en stapelaars. Het betreft onder meer:

  • Een voorziening om beknelling bij kantelen van het voertuig te voorkomen
  • Verbod op meerijden, tenzij speciaal daarvoor een veilig ingerichte plaats is.
  • Maatregelen om medewerkers buiten de werkzone van het voertuig te houden, of als dat onmogelijk is hen te behoeden van letsel.
  • Zeker stellen dat na parkeren het voertuig niet onverhoeds in beweging komt.

(Zie voor een verdere uitwerking: oplossing MV-05)

Verkeersveiligheid

In de branche is op grond van Arbobesluit 7.17 c, onderdeel 4 bepaald dat bedrijven dienen te beschikken over een verkeersplan. Daarin zijn onder meer rijroutes, rijsnelheden en voorrangsregels vastgelegd. (Zie voor een verdere uitwerking: oplossing MV-07).

Scroll naar boven