Fysieke belasting

Onder fysieke belasting - ook wel lichamelijke belasting genoemd- verstaan we het belasten van het houdings- en bewegingsapparaat. Het houdings- en bewegingsapparaat omvat het hele stelsel van spieren, botten, pezen en gewrichten. In het werk kan belasting ontstaan door tillen en dragen van gewichten, duwen en trekken, trillende apparaten, ongunstige werkhoudingen of het steeds uitvoeren van dezelfde bewegingen. (zoals beeldschermwerk).


Animatiefilmpje Arbeidsrisico Fysieke Belasting - Nevedi

Fysiek belastende arbeid komt in de graanbe- en verwerkende industrie ondermeer voor bij het verplaatsen van zakken en dozen product, het voortbewegen van handpalletwagens, het bijstorten, het legen van containers, het wisselen van rollen en matrijzen voor persen, administratieve taken e.d.

Klachten als gevolg van fysieke belasting treden vaak pas op latere leeftijd op. Herstellen van de gezondheidsschade is dan vaak niet meer aan de orde. Het is daarom zaak al vanaf jonge leeftijd te zware, eenzijdige belasting te voorkomen.

De Arboregelgeving schrijft voor dat een werkgever op basis van de algemene Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) de fysieke belasting van medewerkers nader inventariseert. Dat betekent dat per werkzaamheid met een (vermoedelijk) grote fysieke belasting wordt vastgesteld: de frequentie, het gewicht en aard van de last, de vereiste inspanning e.d. De werkgever besteedt deze RI&E fysieke belasting uit aan een arbodienstverlener, aan een andere externe deskundige of maakt hiertoe deskundig gebruik (met deskundige ondersteuning) van speciaal daarvoor ontwikkelde instrumenten, zoals bijvoorbeeld met één allesomvattende digitaal instrument 'Fysibel' of de gratis maar losse instrumenten als KIM, HARM, NIOSH of instrumenten van TNO. De maatregelen die voorvloeien uit deze RI&E Fysieke belasting neemt de werkgever op in een plan van aanpak.

Er wordt een maatregel gekozen volgens de Arbeidshygiënische strategie. Dat wil zeggen zo hoog mogelijk in het onderstaande rijtje. Is op dat niveau een maatregel redelijkerwijs niet mogelijk, dan alleen is een lager niveau toegestaan:

  1. Aanpak bij de bron: de fysiek belastende werkzaamheid verdwijnt, bv door automatisering of door gebruik te maken van big bags bij het bijstorten.

  2. Een technische oplossing die de fysieke belasting vermindert, bv een tilhulp, takels, of vermindering van het tilgewicht (bijv. kleinere verpakkingen middels afspraken met de leverancier). Ook het verbeteren van de inrichting van een werkplek kan er aan bijdragen dat fysieke overbelasting niet meer aanwezig is.

  3. Tenslotte kunnen ook organisatorische maatregelen worden getroffen, bv taakroulatie, waardoor de fysieke belasting onder meer mensen wordt verdeeld. Of een doordachte logistiek of werkwijze waardoor het aantal belastende handelingen wordt teruggebracht.

Verder verzorgt de werkgever herhaaldelijke voorlichting en onderricht over de risico's van fysieke belasting, het gebruik van hulpmiddelen en de juiste werktechniek. Het is behulpzaam om samen met medewerkers goede werkwijzen te bespreken die de fysieke belasting kunnen verminderen: niet alleen kan dit tot onverwachte oplossingen leiden, ook worden medewerkers zich er beter van bewust dat fysieke belasting een risico is, waar zij alert op moeten zijn. Ook het inschakelen van bijvoorbeeld een bewegingsdeskundige, zoals een fysiotherapeut, om mee te kijken in specifieke situaties (en ook de training te verzorgen) kan een goede bijdrage leveren.

Tenslotte biedt de werkgever periodiek een medisch onderzoek (PAGO) aan voor de werknemers die te maken hebben met fysieke belasting in hun werk.

Algemene bepalingen

Volgens de arboregelgeving dient de werkgever het werk zo te organiseren en in te richten dat lichamelijke belasting geen gevaar oplevert voor de veiligheid en gezondheid van werknemers. In het Arbobesluit hoofdstuk 5, 'Fysieke belasting' zijn (in de artikelen 5.1 tot en met 5.6) de volgende regels opgenomen:

  • Het voorkomen en beperken van gevaren voor de gezondheid door fysieke belasting is verplicht;
  • De werkgever dient te inventariseren en te evalueren of er gevaren zijn voor de gezondheid door lichamelijke belasting;
  • De werkgever zorgt voor een ergonomisch ingerichte werkplek
  • De werknemers die arbeid verrichten waarbij lasten worden gehanteerd, krijgen voorlichting over het gewicht en de lastverdeling en de wijze waarop de last moet worden getild.
  • Er zijn aanvullende voorschriften bij fysieke belasting voor zwangeren.

RI&E

In Arbowet, artikel 5, is beschreven dat een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) dient te worden uitgevoerd. Voor fysieke belasting geldt dat, als onderdeel van deze RI&E, een nadere inventarisatie dient te worden uitgevoerd. In deze verdiepende RI&E Fysieke belasting wordt per lichamelijk belastende activiteit aangegeven:

  • Wat de kenmerken zijn van de last;
  • De vereiste lichamelijke inspanning;
  • De kenmerken van de werkomgeving;
  • De taakeisen. 

Verder wordt in de RI&E expliciet aandacht besteed aan beeldschermwerk en trillingen.

Aan de hand van de risico-inventarisatie en -evaluatie wordt vervolgens een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd dat gericht is op het voorkomen of verminderen van de nadelige gevolgen van fysieke belasting.

Verder is bepaald dat de werkgever periodiek een medisch onderzoek aanbiedt aan werknemers die te maken hebben met fysieke belasting. In de RI&E wordt aangegeven welke onderzoeken voor welke categorieën werknemers relevant zijn.

Trillingen

Op het gebied van trillingen gelden de volgende regels:

Er is een grenswaarde en een actiewaarde vastgesteld. De grenswaarde is de waarde die in ieder geval niet overschreden mag worden. De actiewaarde is de waarde waarbij de werkgever acties moet ondernemen om de blootstelling voor de werknemer te reduceren. Hij kan onmiddellijk actie ondernemen of maatregelen opnemen in een plan van aanpak.

 

Actiewaarden

Grenswaarden
Lichaamstrillingen 0,5 m/s2 1,15 m/s2
Hand-armtrillingen 2,5 m/s2 5 m/s2

De gezondheidskundigewaarden liggen nog lager dan de actiewaarden. Dit houdt in dat de actiewaarde nog niet de bescherming biedt die gezondheidskundig optimaal zou zijn.

Beeldschermwerk

Voor beeldschermwerk zijn er in de Arboregeling (artikel 5.1) uiteenlopende voorschriften opgenomen rondom meubilair en apparatuur. Hoofdstuk 5 van het Arbobesluit, (artikel 5.7  5,12) schrijft ondermeer maatregelen voor ter bescherming van het gezichtsvermogen (met name het aanbieden van de mogelijkheid tot oogonderzoek), en geeft aan dat op gezette tijden beeldschermwerk wordt afgewisseld met andersoortige werkzaamheden of pauze.