Wat is het?
Om aantasting van lading door ongedierte te voorkomen worden zeecontainers in het land van herkomst vaak behandeld met bestrijdingsmiddelen. Bij opening kunnen in de zeecontainer nog gevaarlijke gassen aanwezig zijn. Indien een medewerker een zeecontainer betreedt kan door blootstelling aan een gevaarlijk gas tijdelijk of blijvend gezondheidsletsel ontstaan.
Gevaarlijke gassen in zeecontainers ontstaan door:
- het bewust toedienen van gassen om bederf en aantasting van de lading of verpakkingsmiddelen door ongedierte te voorkomen;
- uitdampen van stoffen die gebruikt zijn bij de fabricage van producten en voor het verpakkingsmateriaal;
- (chemische) processen in de lading.
Daarnaast kunnen gassen ontstaan door een lekkage van verpakkingen met gevaarlijke stoffen.
In de diervoederindustrie en graanhandel zijn methylbromide en fosfine de meest voorkomende stoffen die in containers worden gevonden. Tijdens steekproefsgewijze metingen door de VROM inspectie, KLPD en uit informatie van gasmeetbedrijven blijkt onder andere dat fosfine gevonden is in containers met grondnoten, gerst, rijst, tabak en koffiebonen en dat methylbromide vooral voorkomt bij containers waar hout in de vorm van stuwhout of pallets wordt gebruikt.
Naast de aanwezigheid van stoffen kan er ook sprake zijn van een te laag zuurstofniveau.
Ook al blijkt in de praktijk dat bovenstaande stoffen het meest voorkomen, een werkgever dient bij iedere nieuwe containerstroom te onderzoeken of er ook geen sprake kan zijn van andere stoffen.